Vanaf de late vijftiende eeuw maakt de familie Van Slingelandt deel uit van het stadsbestuur van Dordrecht. De meest machtige telg van dit regentengeslacht is Simon van Slingelandt (1664-1736), raadpensionaris van Holland tussen 1726 en 1736. In de achttiende eeuw verwerft het geslacht heerlijkheden ontwikkelt zij aanspraken op adellijke status.
Adellijke afkomst
De Van Slingelandts behoren tot het patriciaat van Dordrecht, leden van het geslacht maken al vanaf de late vijftiende eeuw deel uit van het stadsbestuur. Maar die status als machtig en eeuwenoud patriciërsgeslacht is hen niet genoeg, de Van Slingelandts gaan aanspraak maken op adellijke afstamming. In die aanspraken speelt de heerlijkheid Slingeland een centrale rol. De familie beweert af te stammen van het adellijke geslacht Van Arkel, waarvan een lid in 1025 met de heerlijkheid Slingeland beleend werd door graaf Jan IV van Holland. De Van Slingelandts verzamelen allerlei bewijsstukken en laten een genealogie op perkament vervaardigen. De opgestelde genealogieën zijn echter uiterst onbetrouwbaar. Volgens Wikipedia stamt Simon van Slingelandt ”uit het adellijke regentengeslacht van Slingelandt”, maar van enige adellijke afstamming blijkt niets.
Om de aanspraken kracht bij te zetten verkrijgen Mr. Govert Johan van Slingelandt en Mr. Barthout van Slingelandt in 1702 een verheffing tot Baron des H.R. Rijks van keizer Leopold I. De verheffing gaat over op alle wettige afstammelingen. Buitenlandse titels hadden overigens geen geldigheid in de Republiek.
Bezit van heerlijkheden
De familie Van Slingelandt komt begin achttiende eeuw in bezit van enkele heerlijkheden. Vader Govert van Slingelandt (1623-1690) is heer van een deel van Dubbeldam. Zoon Barthout van Slingelandt (1654-1711) koopt in 1705 de heerlijkheid (Neder-)Slingeland van zijn nicht Isabella Jacoba Pompe. Nu is de familie daadwerkelijk ‘weer’ in bezit van het aloude familiebezit, een gehucht van 20 huizen ten noorden van Gorinchem. Simon zelf bezit geen heerlijkheden, maar hij verwerft de hofstede Patijnenburg onder Naaldwijk. Hij noemt zich vervolgens ‘heer van Patijnenburg’. Zijn zoon Govert (1694-1767) kan zich na zijn huwelijk met Ernestina de Bevere heer van De Kleine Lindt en West-IJsselmonde noemen. Simons kleindochter Susanna van Slingelandt (1722-1752) is vrouwe van West-IJsselmonden en de Kleine Lindt na het overlijden van haar moeder Ernestina de Bevere.
Ambten van Simon van Slingelandt
- Advocaat bij het Hof van Holland (1685)
- Secretaris van de Raad van State (1690-1725)
- Raad en thesaurier-generaal bij de Raad van State (1725-1727)
- Raadpensionaris van Holland (1727-1736)
- Pensionaris van de Ridderschap van Holland (1727-1736)
- Raadpensionaris van Gecommitteerde Raden van Holland in het Zuiderkwartier (1726-1736)
- Ordinaris gedeputeerde ter Staten-Generaal (1727-1736)
Bronnen:
- Elias, J.E., De Vroedschap van Amsterdam 1578-1795 (Haarlem 1903-1905).
- Ibelings, B.J., M. Kooijmans en R.G.H. Sluijter, Repertorium van ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, http://resources.huygens.knaw.nl/repertoriumambtsdragersambtenaren1428-1861 (pagina over Van Slingelandt was offline op 5 april 2018).
- Fölting, H.P., ‘De landsadvocaten en raadpensionarissen der Staten van Holland en West-Friesland 1480-1795. Een genealogische benadering. Deel III’ in: Jaarboek Centraal Bureau Voor Genealogie Deel 29 (Den Haag; Centraal Bureau Voor Genealogie 1975) 210-269.
- Bergen, Edward van, Geschiedenis van Naaldwijk van de vroegste tijden tot begin 20ste eeuw (Naaldwijk; J. Snijdoodt 1924)
- Broeke, Martin van den, ‘Kunst verzamelen, mecenaat en statusvertoon. De verzamelingen van Hendrik van Slingelandt (1702-1759) als distinctiemiddel’ in: Virtus. Jaarboek voor Adelsgeschiedenis 19 (2012) blz. 125-146.
- Simon van Slingelandt, https://nl.wikipedia.org/wiki/Simon_van_Slingelandt (geraadpleegd 5 april 2018).