Het project Heren van Holland is een onderzoek naar de eigenaars van 17de- en 18de-eeuwse Hollandse heerlijkheden. Het beschikbaar stellen van deze gegevens heeft als doel een bijdrage te leveren aan het wetenschappelijk elite-onderzoek naar adel en patriciaat.

Omschrijving werkveld: de heerlijkheid

Het Hollandse platteland was in de 17de en 18de eeuw verdeeld in juridisch-bestuurlijke districten, heerlijkheden genaamd. Binnen zo’n heerlijkheid had een persoon, de heer, het recht om de rechtsmacht uit te oefenen of te doen uitoefenen. Daartoe stelde hij een schout of andere gezagsdrager aan. Daarnaast had de heer veelal bepaalde economische rechten (zoals het windrecht of het visrecht) en bestuurlijke rechten (zoals het recht om een schoolmeester of predikant aan te stellen). Het in eigendom hebben van rechtsmacht binnen een heerlijkheid gaf de bezitter ook een zekere sociale status. Zo kon Willem Fabricius Six, de bezitter van de rechtsmacht in Oterleek, zich ‘heer van Oterleek’ noemen. De heerlijkheden vormden voor de heer dus een bron van inkomsten, politieke invloed en status.

Heerlijkheden konden verkocht worden en golden in zekere zin als een belegging. De waarde van heerlijkheden kon in de honderdduizenden guldens lopen, maar er waren ook heerlijkheden die, bijvoorbeeld doordat zij in de loop der tijden onder water gelopen waren, alleen nog waarde hadden als statussymbool.

Verschuivingen die optraden in de verhoudingen binnen de groep bezitters van heerlijkheden – bijvoorbeeld tussen adellijke heren en burgerlijke heren – kunnen belangrijke indicatoren zijn voor historische processen. In eerdere onderzoeken is geanalyseerd hoe het bezit van heerlijkheden zich ontwikkelde binnen de Hollandse adel. Tot nu toe zijn de 18de-eeuwse heerlijkheden echter niet systematisch onderzocht.

Omschrijving doel van het onderzoek

Er is geen allesomvattende studie gedaan naar de identiteit van de bezitters van Hollandse heerlijkheden in de vroeg-moderne tijd. Dat is wellicht mede het gevolg van het feit dat onduidelijk is om hoeveel heerlijkheden het eigenlijk gaat. Doel van het onderzoek is voor wat betreft de achttiende eeuw een overzicht te krijgen van de heerlijkheden en de bezitters van die heerlijkheden. Vragen betreffen onder meer:

  • de verhoudingen tussen de diverse groepen heerlijkheden-bezitters
  • verschuivingen in deze verhoudingen

Daarnaast kan een overzicht van de Hollandse heerlijkheden als nuttig gereedschap voor onderzoekers dienen. De database zal worden opgesteld op internet ten behoeve van onderzoekers.

Dit project is bedoeld als bijdrage aan toekomstig elite-onderzoek. Hoeveel verschillen er ook tussen de heren en vrouwen van Holland bestonden, in zichzelf vormden zij een elite van zo’n ruim vijfhonderd mannen en vrouwen, die op een groot deel van het Hollandse platteland, in mindere of meerdere mate, de scepter zwaaiden.

Opzet van het onderzoek

Voor het project Hollandse heren is uitgegaan van de heerlijkheden zoals die vermeld staan in de Tegenwoordige Staat der Nederlanden (1750), waarin elke Hollandse heerlijkheid en bijbehorende heer wordt genoemd. Op basis van De Tegenwoordige Staat der Nederlanden (TSN) zijn aanvankelijk 482 Hollandse heerlijkheden geinventariseerd. Deze gegevens zijn aangevuld en verbeterd met behulp van literatuur en archiefmateriaal.

 Uitvoerders van het onderzoek:

Het onderzoek is gestart door de historici Maarten Prins en Henk Looijesteijn en en wordt momenteel uitgevoerd door Maarten Prins.
Contact: info@herenvanholland.nl